Het Binnenveld is vanwege haar ontstaansgeschiedenis een uniek gebied in Nederland. Het Binnenveld vormt als het ware een badkuip tussen de stuwwallen van de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwe. Een grotendeels nat, venig gebied met een relatief goede waterkwaliteit en (steeds meer) zeldzame planten en dieren. Vanwege de gunstige watertoevoer en vruchtbare bodems, wordt er al decennialang landbouw bedreven. De in de 14e eeuw gegraven Bisschop Davidsgrift, kortweg Grift, is een belangrijke waterloop voor de toe- en afvoer van water in het gebied. De combinatie van het agrarische en natuurlijke karakter van het Binnenveld vormt de identiteit van het landschap.
Het Binnenveld is ook een geliefd landschap, zowel door de bewoners als bezoekers van het gebied. Een plek waar hard gewerkt wordt, maar waar ook de rust en stilte nog ervaren kunnen worden. De combinatie van al deze manieren waarop het gebied gebruikt wordt en de grote ruimtelijke opgaven waar Nederland voor staat, leggen echter veel druk op het gebied.
Voor het gebiedsproces Binnenveld hebben de landschapsarchitecten van Wing een gebiedsatlas opgesteld. Hierin is onder andere in beeld gebracht hoe het gebied is ontstaan, welke kwaliteiten en knelpunten in het gebied voorkomen en welke opgaven relevant zijn voor de toekomst van het Binnenveld. De gebiedsatlas is een van de bouwstenen voor de gebiedsateliers. Daarnaast biedt het handvatten om samen met alle betrokken partijen na te denken over de toekomst van het Binnenveld.
Het Binnenveld ziet er op het eerste gezicht vrij eenvormig uit. Een open landschap met veel gras. Echter, schijn bedriegt. Door de opstuwing van land en het smelten van het ijs in de ijstijden zijn veel verschillende bodemtypes ontstaan. Dit is overigens een van de redenen waarom de Wageningen Universiteit hier gevestigd is. Door de verschillende bodems vindt er verschillend landgebruik plaats. Zo vind je in het zuiden bij de Nude een oeverwallandschap. Een relatief hoog en droog landschap nabij de Nederrijn. Een landschap met vruchtbare zavelbodems waar van oudsher fruitteelt en andere gewassen worden verbouwd. Aan de oost- en westzijde van het Binnenveld liggen de meer zandige bodems. Deze kampen- en broekontginningen, zoals De Kraats en Achterberg zijn in de loop van de jaren ontgonnen om akkerbouw en veeteelt te plegen. Het zijn vrij kleinschalige landschappen met veel lanen en houtwallen. Tot slot bestaat het middengebied uit veengrond. Eigenlijk een te natte bodem om landbouw te bedrijven. Van oudsher werden deze gronden dan ook alleen gebruikt om gras voor de koeien op te telen, de zogenoemde hooilanden. Vandaag de dag zijn grote delen van het middengebied omgevormd tot natuur, de Binnenveldse Hooilanden.
Het landgebruik in het Binnenveld heeft impact op de omgeving, op zowel de beleving als de toekomst ervan. Door schaalvergroting en stoppende boeren is de landbouw intensiever geworden en zijn kavels en stallen alsmaar groter geworden. Hiermee is het agrarische karakter van het Binnenveld veranderd. Ook zijn veel houtwallen en bosschages verdwenen. De biodiversiteit en het watersysteem staan onder druk, onder andere door stikstof en de toepassing van bestrijdingsmiddelen. Naast deze milieuproblematiek vindt klimaatverandering plaats. In de toekomst zullen er vaker extreem natte en droge perioden plaatsvinden welke negatieve effecten kunnen hebben op de bodem, water, biodiversiteit en het landgebruik in het gebied. Andere ontwikkelingen die plaatsvinden zijn verstedelijking en de energietransitie. De grote vraag naar woningen en duurzame energie-opwek zorgen ervoor dat ook bij het Binnenveld wordt nagedacht over nieuwbouwlocaties en de opwek van wind- en zonne-energie.
In de gebiedsateliers die de afgelopen maanden hebben plaatsgevonden werden de kwaliteiten, opgaven en wensen van partijen besproken. Hoe willen we dat het Binnenveld er in de toekomst uit ziet? Welk landgebruik vindt er plaats en hoe zorgen we voor een duurzame leefomgeving waarin alle gebruikers zich thuis voelen? Wanneer duidelijk is op welke manier het gebiedsproces een vervolg krijgt, gaan we hier verder over in gesprek.